Zorg en onderwijs

De zorgstructuur op de Barkentijn is gebaseerd op handelingsgericht en planmatig werken waarin rekening wordt gehouden met de onderwijsbehoefte van de leerling. 
 
DE LEERKRACHT 
De leerkracht is verantwoordelijk voor de te bieden zorg aan een leerling. Daarvoor is ondersteuning mogelijk door de Intern Begeleider en door externen (Ambulante Begeleider, Schoolarts, Schoolmaatschappelijk werk). De leerkracht heeft het contact met de ouders en is voor ouders het aanspreekpunt binnen de school. 
 
DE ONDERSTEUNING
De Intern Begeleider (IB-er) is er als ondersteuning voor de leerkracht in het bieden van hulp aan leerlingen. De IB-er bewaakt de leerlingenzorg en begeleidt leerkrachten (d.m.v. gesprekken) in het onderwijsproces zodat gewenste hulp ook aan leerlingen geboden kan worden. 
De IB-er is een vraagbaak voor praktische hulp. Daarnaast wordt ook hulp geboden bij toetsen, analyseren, diagnosticeren en het opstellen van handelingsplannen. 
Externe contacten (met bijv. Orthopedagoog, Ambulante Begeleiding, Logopedist) verlopen na overleg met de IB-er. 
 
De IB-er beslist in overleg met de groepsleerkracht, welke kinderen er extra hulp in de klas nodig hebben. Voordat de leerling extra hulp krijgt heeft de leerkracht de ouders hiervan op de hoogte gebracht. 
 
Het kan gebeuren dat een kind, ondanks de extra hulp op school, toch niet vooruitgaat. In dat geval kan het nodig zijn het kind aan te melden voor verder onderzoek buiten de school. Voor deze aanmelding is de toestemming van de ouders nodig. 
 
Dat onderzoek wordt dan uitgevoerd door gespecialiseerde onderzoekers van PPO, dit wordt dus niet door de school gedaan. Naar aanleiding van dit rapport beslist een commissie of het kind nader onderzoek nodig heeft.
 
Soms is daarna een verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs het gevolg, maar meestal blijft het kind op onze school en krijgen wij extra hulp van deze commissie bij het opstellen en/of uitvoeren van een handelingsplan en/of ontwikkelingsperspectief (OPP) voor het kind in het geval dat het kind voor één of meer vakken een eigen leerlijn krijgt.
 



HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN 
 
  • Het centrum van jeugd en gezin nodigt u en uw kind uit. 
De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zien alle kinderen op school of op het CJG. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek in groep 2 en 7, of als uw kind een prik krijgt. 
 
  • Groep 2: meten, wegen en meer
Wanneer uw kind in groep 2 zit, ontvangt u een uitnodiging om samen met uw kind langs te 
komen voor een afspraak. Deze afspraak vindt plaats op school of op het CJG. Tijdens deze afspraak wordt uw kind gemeten en gewogen en wordt de motoriek onderzocht. Ook wordt een ogen- en orentest afgenomen. 
 
Naast deze lichamelijke onderzoeken gaat de jeugdarts met u in gesprek over vragen die u heeft. Deze vragen kunnen gaan over de opvoeding, de thuissituatie of de gezondheid van uw kind.
 
Bij de uitnodiging ontvangt u twee vragenlijsten om in te vullen. De antwoorden worden gebruikt tijdens het gesprek.
 
Het CJG werkt nauw samen met de school. De leerkracht ziet uw kind dagelijks. Daarom bespreekt de jeugdarts, met uw toestemming, vooraf met de leerkracht hoe het met uw kind gaat. Eventuele bijzonderheden zullen tijdens het gesprek met u besproken worden.
 
  • 9 jaar: vaccinaties
In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt uw kind drie vaccinaties: de DTP-prik tegen difterie, tetanus en polio, de BMR-prik tegen bof, mazelen en rodehond en de HPV-prik voor jongen en voor meisjes. U ontvangt van tevoren een uitnodiging via het RIVM om met uw kind langs te komen. 
 
  • Groep 7: meten, wegen en meer

Alle kinderen uit groep 7 worden door de jeugdverpleegkundige op school of op het CJG gezien. Omdat er in deze periode veel gebeurt, hebben ouders/verzorgers vaak vragen. Bijvoorbeeld over de beginnende puberteit, emotionele ontwikkeling, omgang met sociale media etc. In het gesprek dat u met de jeugdverpleegkundige heeft kunt u de vragen die u of uw kind heeft stellen. U ontvangt vooraf een uitnodiging om bij het gesprek aanwezig te zijn. Voor deze afspraak wordt u ook gevraagd om thuis een digitale vragenlijst in te vullen, de SDQ-vragenlijst. Deze kunt u anoniem invullen. U kunt de antwoorden mee nemen en tijdens het gesprek bespreken. Als u niet aanwezig kunt zijn, wordt uw kind alleen gewogen en gemeten. De jeugdverpleegkundige geeft uw kind een brief mee met deze gegevens.
 
Het CJG werkt nauw samen met de school. De leerkracht ziet uw kind dagelijks. Daarom bespreekt de jeugdarts, met uw toestemming, vooraf met de leerkracht hoe het met uw kind gaat. Eventuele bijzonderheden zullen tijdens het gesprek met u besproken worden.
 
ZIEKTEVERZUIM
Samen met de school van uw kind, wil het CJG meer aandacht geven aan kinderen die door ziekte niet naar school kunnen komen. Lang of veel ziek zijn kan gevolgen hebben voor de schoolprestaties en daardoor ook voor het welzijn en de gezondheid van uw kind. Uw kind wordt dan, met medeweten van u, door de school aangemeld bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van het CJG. 
 
DE JEUGDVERPLEEGKUNDIGE OP SCHOOL
Heeft u een vraag, bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst? De jeugdverpleegkundige luistert naar u en denkt graag met u mee! De jeugdverpleegkundige die aan de school van uw kind verbonden is:

Esma Aytar, telefoon: 088-20 10 000
e-mail: e.aytar@cjgrijnmond.nl

ZORGTEAM OP SCHOOL 
Het zorgteam is een overlegorgaan met verschillende deskundigen en verbonden aan de school. Afhankelijk van de vraag kan de school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam. Hier wordt u altijd van op de hoogte gebracht.
 
ALLES ONDER EEN DAK!
Het CJG is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Als u het nodig vindt, biedt het CJG u en uw kind (van 9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning.Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken.
Ga voor meer informatie over het CJG, privacy of voor opvoedinformatie naar de website www.cjgrijnmond.nl.
 
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK
Soms zijn er vragen of zorgen over de opvoeding van uw kind(eren) thuis en/of op school. U kunt hierbij denken aan druk gedrag, niet luisteren, de gevolgen van echtscheiding, een sterfgeval in de familie of vriendenkring, moeilijk contact maken met leeftijdgenoten, pesten, geen zin om naar school te gaan, slecht slapen, Vaak kan het helpen om er met iemand over te praten. De schoolmaatschappelijk werker wil ouders/verzorgers graag hierbij hulp bieden. Aan de school is maatschappelijk werkster Leila Sakkali verbonden. 

Leila Sakkali, telefoon: 06-15 61 02 46
e-mail: leila.sakkali@smwr-rijnmond.nl
 
ROTTERDAMSE MELDCODE
De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De school is verplicht volgens deze code te handelen. Het stappenplan biedt ondersteuning aan professionals door duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Dat is niet alleen belangrijk voor de professional zelf, maar draagt ook bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger.
 
VOOR WIE IS DE MELDCODE BEDOELD?
De meldcode richt zich op alle professionals en instellingen die in de regio Rotterdam onderwijs, opvang, hulp, zorg of ondersteuning bieden. Dat kunnen docenten en maatschappelijk werkers zijn, maar ook artsen, (psychiatrisch) verpleegkundigen en medewerkers in de (kinder)opvang.
Meer weten? De volledige tekst en een uitvoerige toelichting zijn te vinden op:
www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl
 
SISA
De afkorting SISA staat voor Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak. Het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam heeft zich hierbij aangesloten. Als Openbare school is onze school dus ook aangesloten. Het SISA-signaleringssysteem zorgt er voor dat jongeren in Rotterdam die hulp nodig hebben worden geregistreerd in een computersysteem. Als er meerdere hulpverleners van verschillende instanties met één kind bezig zijn worden de hulpverleners daarvan op de hoogte gesteld. Dan kan de hulpverlening goed op elkaar afgestemd worden.
 
ZO WERKT HET SIGNALERINGSSYSTEEM:
De deelnemende organisaties bepalen zelf wanneer ze een jongere aanmelden bij SISA. Wanneer het bij één melding blijft, blijft de hulpverlenende instantie gewoon zijn werk doen. Wanneer er twee meldingen van verschillende instanties binnenkomen, ontstaat er een ‘match’. De hulpverlenende instanties krijgen een signaal dat ook een andere organisatie hulp biedt. De hulpverleners worden met elkaar in contact gebracht en het kind wordt via zijn of haar ouders (per brief) hierover geïnformeerd. De beheerders van het systeem weten niet wat er met het kind aan de hand is, alleen dát er iets aan de hand is. De beheerders weten wel wie de hulpverleners zijn. Het signaleringssysteem heeft een privacy- reglement zoals door de Wet Bescherming Persoonsgegevens wordt voorgeschreven. Deelnemers aan dit systeem zijn partners op het gebied van Werk en Inkomen, Welzijn, Zorg, Politie/Justitie en Onderwijs. 
 
Meer informatie kunt u vinden op www.sisa.rotterdam.nl
 
Formulieren en protocollen met betrekking tot de meldcode zijn te vinden onder formulieren en protocollen op deze website.